Eucalyptus bomen op het eiland Kreta.

Eucalyptus bomen zijn te herkennen aan hun hoge afmetingen en hun afgebladderde stammen. Ze komen oorspronkelijk uit Australië. Ze zijn eind vorige eeuw daar vandaan geïmporteerd. Daar werd de boom gebruikt om moerasgebieden droog te leggen en daarmee de malariamug te verdrijven. Het grote, wijd uiteen groeiende wortelstencil vormt een soort van spons en neemt grote hoeveelheden vocht op. In Australië worden ze tot wel 90 meter hoog. Het zijn de snelst groeiende subtropische bomen. De gedroogde bladeren worden gebruikt voor de productie van Eucalyptusolie. Olie die in de geneeskunde o.a. wordt ingezet tegen astma en chronische bronchitis. De stof Eucalyptol wordt verder gebruikt in hoestbonbons, siroop, inhalatiemiddel en tandpasta.

Deze oliehoudende bladeren verteren moeilijk en bevatten looizuur, waardoor onderbegroeiing onmogelijk is.

De oliehoudende balderen verspreiden tevens een ‘heerlijke geur’, waar muggen niet zo dol op zijn.
Het is echter niet zo dat muggen er helemaal door weg blijven, dus u hoeft zich niet naar de speciaalzaak te haasten om er een aan te schaffen. Een klamboe doet beter werk.