De opgraving van Agia Triada.

De naam van de opgraving van de villa van Agia Triada is Grieks; men weet niet welke naam ze droeg in de Minoïsche periode. Wat men daarentegen wel weet, is dat de benaming ‘villa’ – waarmee het kleine paleis soms wordt aangeduid-, misleidend is. Het gaat hier eigenlijk om de zetel van een administratief machtsorgaan dat waakte over de landbouwproductie van de streek. Verder weet men ook dat de invloed van elke vindplaats wijzigt in de loop van de tijd. Zo kwam Festos omstreeks 1500 voor Christus in verval, vermoedelijk was dit ten voordele van Agia Triada.

Er zijn hier kostbare vondsten gedaan, zoals wonderlijk gevormde vazen en bekers. Beroemd is de sarcofaag met beschilderingen over de Minoïsche dodencultus, die in het museum van Heraklion te zien is. Ook worden daar de fresco’s die hier de vloeren en wanden sierden, tentoongesteld. Men vond hier ook de beroemde, uit zwarte speksteen gemaakte vaas met reliëf van een feestelijke stoet van maaiers, die het vrolijke leven op Kreta uitbeeldden.

Een beetje ‘verloren’ op de vindplaats staat de kleine Byzantijnse Agios Georgios kerk, die van binnen versierd is met fresco’s.